In de ambitie van de EU om klimaatneutraal te worden tegen 2050 speelt de elektrificatie van transport en mobiliteit een cruciale rol. In die transitie moet de verbrandingsmotor plaats ruimen voor de elektrische voertuigen, die worden aangedreven door batterijen. Met de aanwezigheid van zovele actoren actief in de volledige batterijwaardeketen is Vlaanderen een echte hub voor e-mobiliteit.
De auto-industrie, die zoveel breder is dan alleen maar de fabricage van personenwagens, is traditioneel een zeer belangrijke industrietak in Vlaanderen en België. Al decennialang rollen hier auto’s, vrachtwagens, bussen en andere voertuigen van de band. Met toeleveranciers en aanverwante bedrijven erbij gerekend is de sector goed voor ruim driehonderd bedrijven, een omzet van 16 miljard euro en liefst 45.000 rechtstreekse jobs.
In de nabije toekomst zal de sector echter een sterke gedaanteverwisseling ondergaan. Alles wat kan worden geëlektrificeerd, zal immers worden geëlektrificeerd. En zo zal niet meer de verbrandingsmotor maar wel de batterij de kern vormen van voertuigen, of die nu voor goederentransport worden gebruikt dan wel voor personenvervoer.
Nieuwe batterijtechnologieën
Om die transitie te doen slagen, en wel hier in Vlaanderen en dit in een zo groot mogelijke waardeketen van batterijen, is innovatie nodig. En wie innovatie zegt, die zegt goed getrainde werknemers en hoogopgeleide onderzoekers. Daarin heeft onze regio altijd uitgeblonken. Het is dus zaak om die lat hoog genoeg te houden. De sterke inbedding in Vlaanderen van kennis- en onderzoeksinstellingen zoals universiteiten maar ook heel marktgerichte onderzoekscentra is daarbij een troef. Organisaties die samenwerken zoals EnergyVille, (EnergyVille is een samenwerking tussen de Belgische onderzoekspartners KU Leuven, VITO, imec en UHasselt) en de VUB hebben een leidende rol in het onderzoek naar en de ontwikkeling van nieuwe batterijtechnologieën, zowel op nationaal als internationaal niveau. VITO is ook een actieve partner binnen EIT InnoEnergy, dat via de European Battery Alliance trainingen organiseert rond batterijonderzoek en dat batterij-innovaties sneller naar de markt helpt te brengen.
De waardeketen voor e-transport en e-mobiliteit is dus onlosmakelijk verbonden met de waardeketen van batterijen. En dus is het voor Vlaanderen cruciaal om zijn rol hierin te bestendigen, en dit in een zo breed mogelijke zin. De aanwezigheid van zoveel bedrijven actief (rechtstreeks of onrechtstreeks) in de auto-industrie kan daarbij alleen maar helpen.
Neem bijvoorbeeld de twee grote autofabrieken in ons land: Volvo Cars in Gent en Audi in Brussel. Beide fabrieken beschikken al over hun eigen faciliteiten voor de productie van batterijen. Bij Volvo is die er sinds maart 2020. De batterijen worden gebruikt in twee modellen: de Volvo XC40 Recharge (het allereerste volledig elektrische model van de autobouwer) en de C40 Recharge. Nog dit jaar wil Volvo in Gent een aandeel van liefst 60 procent elektrisch bereiken in zijn totale productie.
De fabriek van Audi in Brussel is dan weer een van de belangrijkste ‘e-sites’ van de Duitse autoconstructeur. Hier wordt al sedert 2018 de Audi e-tron gemaakt, een volledig elektrische SUV. Recent is daar nog de Audi e-tron Sportback bijgekomen. En binnenkort rolt ook de Audi Q8 e-tron van de band. De Brusselse Audi-fabriek is bovendien gecertifieerd CO2-neutraal, een wereldprimeur.
Ook zwaarder vervoer
Naast autofabrieken telt ons land ook enkele grote constructiesites voor bussen. De fabriek van VDL Bus & Coach in Roeselare bouwt volledig elektrische stadsbussen. Het bedrijf is een voorloper in e-mobiliteit, iets wat het heeft te danken aan de jarenlange focus op elektrisch rijden. Momenteel rijden er in meer dan vijftig Europese steden stadsbussen van het model VDL Citeas rond. Samen hebben de meer dan achthonderd bussen al meer dan 100 miljoen elektrische kilometers afgelegd. Ondertussen gaat het bedrijf verder op de ingeslagen weg. Dit jaar zal het in Roeselare een nieuwe CO2-neutrale productiesite in gebruik nemen.
Een andere bekende busconstructeur uit Vlaanderen is natuurlijk Van Hool, met thuisbasis in Lier. Hoewel het bedrijf aanvankelijk meer actief was in de ontwikkeling van bussen op waterstof, is het dat vandaag ook in het segment van de elektrische bussen. In 2020 lanceerde Van Hool de CX45E, een volledig elektrische reisbus bedoeld voor de Noord-Amerikaanse markt.
Hoewel elektrische aandrijving zich minder geschikt lijkt voor zware voertuigen, is Volvo alvast ervan overtuigd dat ook vrachtwagens volledig elektrisch, dus enkel op batterijen, kunnen rijden. En weer is de site in Gent van Volvo Trucks een cruciale speler in deze ambitie. De fabriek levert batterijen aan alle sites van Volvo Trucks in Europa. Het bedrijf begon in 2019 zijn allereerste elektrische vrachtwagens te verkopen: de Volvo FL Electric en de Volvo FE Electric. Intussen is het elektrische portfolio van Volvo Trucks uitgebreid tot zes modellen.
In Januari 2021 nog werd de oprichting van Volvo Energy aangekondigd. Deze nieuwe business unit heeft als doel om de zakelijke stroom van batterijen in de Volvo Group te versterken gedurende de levenscyclus, evenals het aanbod voor laadinfrastructuur voor de klanten. Tegelijkertijd wordt de milieu-impact van elektrische en hybride elektrische bedrijfsvoertuigen en machines verminderd door gebruikte batterijen een tweede leven te geven in verschillende toepassingen.
Ook nichespelers in transport en mobiliteit verkennen intussen de elektrische weg. Zo onderzoekt Mol Cy uit Staden, een fabrikant van zeer zwaar materieel zoals spoorvoertuigen en terminaltrucks, hoe ook deze vorm van gespecialiseerd transport kan worden geëlektrificeerd.
En dan zijn er natuurlijk nog de vele toeleveranciers. Ook daarin staat Vlaanderen traditioneel heel sterk. Umicore, Siemens, ABB, Melexis, PEC, Leclanché, DAF, Borit, Punch Metals, Solvay, 3M, JSR Micro, Punch Powertrain … het zijn allemaal bedrijven met vestigingen in Vlaanderen die actief zijn in e-transport of e-mobiliteit. Op het vlak van R&D in batterij-innovatie springt een bedrijf als Umicore eruit. Het doet niet alleen onderzoek naar betere batterijen (bijvoorbeeld krachtigere types met een langere levensduur) maar ook naar de manieren om batterijmaterialen – en grondstoffen zoveel mogelijk te recupereren en te recycleren, onder meer om ze daarna te kunnen gebruiken in nieuwe batterijen of in andere elektronica.
Naar een duurzame Europese batterijproductie
Ons land is ook actief betrokken bij twee grote Europese projecten om onderzoek en innovatie in de batterijwaardeketen te stimuleren – zogenaamde IPCEI-projecten. In het ene project, dat vorig jaar van start ging, werken een honderdtal bedrijven en organisaties uit twaalf Europese landen samen. In het andere initiatief, dat al loopt sinds eind 2019, werken zeven lidstaten samen. Bij beide meerjarenprojecten, goed voor een investering van ettelijke miljarden euro’s, zijn vijf Belgische bedrijven betrokken: Umicore, Solvay, Nanocyl, Hydrometal en Prayon.
De projecten hebben als doel de Europese batterijmarkt revolutionair te veranderen, en dit door de R&D te focussen op zowel state-of-the-art versies van de huidige lithium-ionbatterijen als op next-generation-batterijtechnologieën. Op die manier gaat de EU resoluut voor een duurzame batterijproductie, gebaseerd op energie-efficiënte productieprocessen en op een lage broeikasuitstoot over de volledige waardeketen. De toekomstige Europese batterijproductie zal dus wezenlijk verschillen van de huidige. En cleantech zal daarin een hoofdrol spelen.
Ook wat hergebruik en recyclage van batterijen betreft heeft Vlaanderen veel kennis en expertise in huis. Bedrijven zoals Febelauto, Bebat, Out of Use, Watt4Ever en ReVolta hebben ervaring in het opzetten van proceslijnen voor hergebruik en recyclage. En met Umicore beschikt Vlaanderen over een voorloper op het gebied van eindrecyclage en de extractie van waardevolle materialen en grondstoffen uit afgedankte batterijen.
In 2019 bracht de Vlaamse technologiefederatie Agoria nog de zakelijke kansen en uitdagingen in kaart met betrekking tot de volledige waardeketen voor lithium-ionbatterijen. Deze studie vormde de basis voor het Re2LiVe-project, waarin de inzameling, logistiek, ontmanteling, herfabricage, hergebruik en recyclage van eindelevensduur-batterijen afkomstig van elektrische voertuigen werd bestudeerd. Zowel bedrijven als kennis- en onderzoeksinstellingen zijn nu druk bezig om met de resultaten van het project strategieën te ontwikkelen om op al deze aspecten te kunnen inspelen.
Tot slot is Vlaanderen ook een logistiek knooppunt, dankzij zijn centrale ligging in Noordwest-Europa maar ook dankzij zijn zeehavens. Het is dan ook een belangrijke logistieke hub voor het transport van elektrische voertuigen. De haven van Zeebrugge zet daar al volop op in, onder meer via omvangrijke laadinfrastructuur om pas ontscheepte voertuigen te kunnen opladen. Dit gebeurt met stroom afkomstig van lokale windmolens en zonnepanelen in de haven.
Carlo Mol, projectmanager bij VITO/EnergyVille